Kierbesluit Haringvliet: leren over zoutverspreiding

Rijkswaterstaat voert sinds 10 oktober 2019 onderzoek uit naar verplaatsing van zout water in het Haringvliet. De proef is onderdeel van het onderzoeksprogramma ‘Lerend implementeren’ rond het Kierbesluit Haringvliet.

Foto: Rijkswaterstaat

Rijkswaterstaat voert het Kierbesluit stapsgewijs in. Omdat er nog onzekerheden zijn, worden er praktijkonderzoeken gedaan naar zoutverspreiding en het optimaliseren van de visintrek. Rijkswaterstaat meet de zoutconcentraties in het Haringvliet voortdurend. Dat gebeurt met 6 verplaatsbare en 2 vaste meetpunten die elke 10 minuten op 3 dieptes meten. Ook de ecologische effecten van het kieren worden nauwgezet gemonitord.

Nalevering zoutproef Haringvliet

Een van de onderzoeken is de proef ‘nalevering zout’. Bij deze proef wordt een situatie nagebootst van een lange droge periode, waarbij de sluizen helemaal dicht staan. Onderzocht wordt in welke mate het zoute water, dat in diepe putten en geulen is achtergebleven, zich verticaal en horizontaal verspreidt. Dat zal waarschijnlijk vooral gebeuren bij harde wind. Dit onderzoek is van belang om er zeker van te zijn dat het zoute water de meer oostelijk gelegen innamepunten voor zoet water niet bereikt.

De naleveringsproef heeft meerdere fasen:

Fase 1: inlaten zoutwater
Op 10 oktober is er bij 1 vloedperiode zout water ingelaten naar het Haringvliet en zijn de diepe putten in het westelijk deel van het Haringvliet met zout water gevuld.

Fase 2: zoetspoelen
Van 10 tot 21 oktober is extra rivierwater via de sluizen naar zee gespuid, om het Haringvliet om het water in de bovenlaag te verzoeten. De bovenste 8 m van het Haringvliet zijn hierdoor weer zoet geworden.

Fase 3: onderzoek naar zoutverspreiding (nalevering)
Vanaf 21 oktober staan de sluizen dicht en wordt de zoutverspreiding gemonitord.

Proef in het najaar

De situatie van nalevering van zout bij een langdurig droge periode wordt nagebootst in het najaar. De watervraag is in deze periode veel kleiner. Ook is de kans groot dat de rivierafvoer tijdens of na de proef zo groot is, dat eventuele ongewenste verzilting weer weggespoeld kan worden. Voorafgaand aan de volgende zomer is het zout dan weer weg. Bijkomend voordeel is dat het in het najaar meer waait en we daardoor sneller kunnen leren wat de invloed van wind is op de zoutverspreiding.