Maatregelen vanwege lage waterafvoer Maas

Het stroomgebied van de Maas kampt met een lage waterafvoer. Rijkswaterstaat heeft daarom maatregelen genomen, zodat de waterstanden in de Maas en in de Limburgse en Brabantse kanalen op peil kunnen blijven.

Eén van de maatregelen is het beperkt schutten, waardoor de scheepvaart te maken krijgt met langere wachttijden bij sluizen. Beperkt schutten betekent dat sluizen minder vaak schepen laten passeren. Daardoor ontstaat minder waterverlies en dat is in deze situatie met lage waterafvoer nodig om het waterpeil op niveau te houden.

Maas is afhankelijk van neerslag

De Maas is een ‘regenrivier’ en dus afhankelijk van neerslag. Door te weinig neerslag in haar stroomgebieden in Frankrijk en België is er momenteel een lagere waterafvoer. De komende 2 weken wordt er ook zeer weinig neerslag verwacht.

Waterverdeling en maatregelen

Als beheerder van de rijkswateren bepaalt Rijkswaterstaat, in nauw overleg met Vlaanderen, op welke manier het beschikbare water zo optimaal mogelijk verdeeld wordt. Met als uitgangspunt dat het kanaal- en stuwpeil intact blijven. Hiervoor neemt Rijkswaterstaat een aantal maatregelen. Hieronder staan enkele voorbeelden.

Beperkt schutten van schepen

Bij het schutten van schepen in sluizen gaat water verloren. Om dat te verminderen, geldt er een beperkt schutregime. De maximale wachttijd voor de scheepvaart aan een sluis kan daardoor oplopen tot 4 uur.

Beperkt schutten in sluizen. Foto, Rijkswaterstaat.

Pompgemalen inzetten bij sluizen

Bij sluizen die zijn uitgerust met pompgemalen worden de gemalen ingezet om het water dat bij het schutten verloren gaat weer terug te pompen en opnieuw te kunnen gebruiken.

Schotbalken op stuwen

Om zoveel mogelijk water vast te houden, zijn op een aantal stuwen schotbalken geplaatst waarmee de stuwen worden opgehoogd.

Vistrappen bij stuwen zijn deels gesloten

De 7 vistrappen bij de stuwen van de Maas zijn deels gesloten om geen water te verliezen. Het deels sluiten van de vistrappen heeft geen nadelige gevolgen voor de vissen, omdat er in deze periode van het jaar geen vistrek plaatsvindt.

De lage waterafvoer heeft op dit moment geen nadelig effect op de waterkwaliteit. Rijkswaterstaat monitort de situatie nauwlettend.