Halfjaarcijfers TenneT: Op schema met energietransitie in Duitsland en Nederland

CEO Manon van Beek: “Wij zijn begonnen aan een onomkeerbare transitie naar een duurzame samenleving en een nieuw energiestelsel. Hiervoor zijn investeringen vereist, niet alleen in nieuwe elektriciteitsverbindingen, maar ook in innovatie en digitalisering. Wij werken aan een strategie waarin we ontwikkelingen binnen alle energiesectoren meenemen om de bestaande capaciteit van de hoogspanningsnetten beter te benutten. We zijn ervan overtuigd dat dit dé manier is om maatschappelijke kosten te beperken en tegelijkertijd te waarborgen dat ons systeem de huidige hoge mate van leveringszekerheid houdt.”

  • Gewaarborgde hoge betrouwbaarheid van het net, gekoppeld aan vergroting van de flexibiliteit en initiatieven om de benutting van de bestaande netinfrastructuur te optimaliseren.
  • Onderliggend bedrijfsresultaat (EBIT) is gestegen van EUR 362 miljoen (eerste halfjaar 2018) naar EUR 407 miljoen in het eerste halfjaar 2019.
  • Eerste helft van 2019 is EUR 1.094 miljoen (eerste halfjaar 2018: EUR 904 miljoen) geïnvesteerd in Duitse en Nederlandse hoogspanningsnetten.
  • Waarvan EUR 612 miljoen in Duitsland.
  • Succesvolle uitgifte van EUR 1,75 miljard aan groene financieringsinstrumenten.

De energietransitie zal een enorm effect hebben op de samenleving, aldus het halfjaar rapport van de Duits/Nederlandse netbeheerder. TenneT heeft de ambitie en maatschappelijke verantwoordelijkheid om een drijvende kracht te zijn achter dit proces.

In het eerste halfjaar van 2019 heeft TenneT kunnen vasthouden aan 99,99 procent leveringszekerheid. Dat is een toenemende uitdaging vanwege het groeiende aanbod van volatiele duurzame energie.

Om in de toekomst met deze uitdaging om te gaan, is TenneT een aantal strategische initiatieven en samenwerkingsverbanden gestart om de krachten ook buiten de sector te bundelen.

Op basis van de “Infrastructure Outlook 2050”, die eerder dit jaar is gepubliceerd, onderneemt TenneT stappen in de planning van het energiesysteem voor 2030. Dit doen zij samen met Gasunie en regionale netbedrijven.

De Power-to-Gas pilot ‘ELEMENT EINS’, een gezamenlijk project van Thyssengas, Gasunie en TenneT, is door de Duitse federale overheid geselecteerd als een van de 20 ‘echte laboratoria van de energietransitie’ die door de overheid worden gefinancierd.

Samen met netbedrijven en marktpartijen werkt TenneT in Duitsland en Nederland aan slimme oplossingen om het gebruik van de bestaande elektriciteitsinfrastructuur te optimaliseren. Het Innosys 2030-project in Duitsland bijvoorbeeld heeft als doel de transportcapaciteit van de bestaande infrastructuur te optimaliseren door nieuwe IT-oplossingen en geautomatiseerde sturing.

Het GOPACS-project (Grid Operators Platform for Congestion Solutions) in Nederland voorziet in nieuwe mogelijkheden van marktpartijen om congestie op het net te verminderen. Daarnaast werkt TenneT aan een proefproject met blockchain. Dat zorgt voor meer flexibiliteit in het elektriciteitssysteem door een betere afstemming op gedecentraliseerde bronnen, zoals thuisbatterijen en elektrische voertuigen.

TenneT heeft haar positie als toonaangevende Offshore TSO verder uitgebouwd. In Duitsland heeft TenneT de 14e Offshore netaansluiting DolWin 5 toegekend. Haar huidige offshore transportcapaciteit van 6.232 MW in het Duitse deel van de Noordzee zal in 2024 tot bijna 9 gigawatt uitgebreid zijn.

In Nederland ligt de ontwikkeling van het offshore net op schema met de Borssele Alpha en Beta-projecten. TenneT zal hier tegen 2030 in totaal 10,6 GW[1] aan aansluitcapaciteit voor offshore windparken hebben gerealiseerd.

[1] 1 GW bestaande windparken, 3,5 GW overeenkomstig het Energieakkoord voor duurzame groei (2013) en 6,1 GW overeenkomstig de Routekaart Windenergie op Zee 2024-2030 (2018).

Om de leveringszekerheid te waarborgen van de toenemende hoeveelheid groene elektriciteit uit nieuwe productielocaties op land en op zee in Nederland, Duitsland en de rest van Europa, werkt TenneT ook aan een groot aantal onshore projecten.

In Duitsland heeft TenneT in februari de voorgestelde corridor voor de gelijkstroomverbinding SuedLink, met een totale lengte van 700 km, gepresenteerd samen met hun projectpartner TransnetBW. SuedLink en SuedOstLink[2] , die ook ondergronds komt te liggen en in totaal 600 kilometer bestrijkt, zullen rond 2025 grote volumes windenergie uit het noorden naar het zuiden van Duitsland transporteren.

[2] SuedLink wordt ontwikkeld door TenneT en TransnetBW, SuedOstLink door TenneT en 50Hertz.

Ook het grootste Duitse AC-project, de 230 km lange verbinding tussen Wahle (bij Braunschweig) en Mecklar in Hessen, dat eveneens groene energie van Noord- naar Zuid-Duitsland zal transporteren, schiet goed op. De belangrijke versterking van de 380kV-doorgang van de Elbe tussen Hamburg (Noord) en Dollern in Nedersaksen zal naar verwachting tegen het einde van het jaar operationeel zijn.

De Duitse en Noorse markten krijgen voor het eerst een rechtstreekse verbinding met elkaar via de NordLink-kabel die momenteel in aanbouw is. De verwachting is dat deze 623 km lange interconnector in 2020 operationeel zal zijn. De onderzeese COBRA-kabel tussen Nederland en Denemarken is ‘geland’ op het aansluitpunt in Eemshaven en is later dit jaar klaar voor gebruik.

Onderliggend bedrijfsresultaat
De onderliggende omzet van TenneT over het eerste halfjaar van 2019 is met 10,2 % toegenomen tot EUR 2.166 miljoen, afgezet tegen EUR 1.966 miljoen in dezelfde periode in 2018. Dit is voornamelijk terug te voeren op aanvullende winst die is gegenereerd door de groei van onze activa, en op de vergoedingen voor de toegenomen netkosten.

De EBIT nam toe met 12,4% tot EUR 407 miljoen, deels als gevolg van een wijziging in de wettelijk voorgeschreven behandeling van kosten voor beheer van het net, zoals netverliezen en kosten voor handhaving van de energiebalans. Vergeleken met 2018 worden de vergoedingen van dergelijke kosten niet langer berekend op basis van een vast budget, maar aan de hand van een doorbelastingsmethode, omdat deze grotendeels buiten de invloedssfeer van het bedrijf liggen.

De invoering van de nieuwe leasestandaard (IFRS16) heeft geleid tot een toename van de afschrijvingen en een afname van de operationele kosten. Als gevolg daarvan neemt de EBITDA toe, maar blijft het effect ervan op de EBIT juist beperkt. In verband met het grote aantal projecten – zowel in ontwikkeling als in uitvoering – ter ondersteuning van de energietransitie, zijn de investeringen toegenomen met EUR 190 miljoen (+21%), afgezet tegen de eerste helft van het voorgaande jaar.