Greenpeace krijgt 2,7 miljoen voor zaak Arctic Sunrise

Greenpeace ontvangt 2,7 miljoen euro schadevergoeding. Nederland en Rusland hebben een akkoord bereikt in de zaak die Nederland aanspande over de onrechtmatige detentie van het Greenpeace-schip Arctic Sunrise en de 30 opvarenden. “Zege voor recht op vreedzaam actievoeren”, aldus Greenpeace in een persbericht vorige week.

Aankomst ‘Arctic Sunrise’ in Amsterdam in 2014. Foto, Greenpeace.

In september 2013 werd de Arctic Sunrise onwettig aan de ketting gelegd door Rusland tijdens een Greenpeace-campagne voor bescherming van de Noordpool bij een olieplatform van Gazprom in de Petsjorazee. Pas acht maanden later werd het schip weer vrijgegeven. De activisten en twee freelance journalisten die aan boord waren, zijn gearresteerd en twee maanden in Rusland gevangen gehouden. Zij kregen bekendheid onder de naam ‘Arctic 30’.

De 2,7 miljoen euro is een vergoeding voor schade aan het schip, de gemaakte onkosten voor ondersteuning van de Arctic 30, en smartengeld voor de opvarenden. Het geld dat overblijft, wordt ingezet om campagne te voeren voor klimaatbescherming en tegen de olie-industrie.

Faiza Oulahsen, van de Arctic 30: “We zijn blij dat de Nederlandse regering zich is blijven inzetten voor deze kwestie. Vreedzaam actievoeren is een groot recht in een democratie. Hoewel Greenpeace zelf geen partij is bij deze schikking, zijn we verheugd dat de Russische autoriteiten hiermee de essentie van de uitspraak van het tribunaal onderschrijven.”

In 2015 oordeelde een arbitragetribunaal dat op grond van het VN zeerechtsverdrag voor de zaak opgezet was dat Rusland zich schuldig had gemaakt aan onwettig enteren en aan de ketting leggen van de Arctic Sunrise. Ook de detentie van de bemanning en journalisten werd in strijd met het verdrag verklaard. Rusland erkende de uitspraak van het Hof in eerste instantie niet.

Faiza Oulahsen bij de aankomst van de Arctic Sunrise in Amsterdam in 2014