DEME gaat onderzoek doen voor drijvend windmolenpark

DEME offshore gaat onderzoek doen voor Eguinor, een pionier in drijvende windparken, naar het potentieel van drijvende betonnen substructuren. Het onderzoek is voor het baanbrekende drijvende windmolenpark Hywind Tampen wat gepland staat in de Noordzee, aan de Noorse kust.

Illustratie van het Hywind Tampen project. Afmetingen en afstanden zijn niet realistisch. Foto, Equinor.

De overeenkomst met Equinor is begin december 2018 ondertekend met een looptijd van 5 maanden. De studie maakt deel uit van de engineeringwerkzaamheden vóór de definitieve investeringsbeslissing.

11 betonnen structuren

Het FEED-contract (front-end engineering & design) omvat het uitwerken en optimaliseren van de ontwerp- en bouwmethode voor 11 betonnen substructuren, waaronder de secundaire stalen elementen, afmeersystemen en projectuitvoeringsstrategie.

Eerste drijvende windpark voor olie- en gasplatformen

In 2017 voltooide Equinor met succes ’s werelds allereerste drijvend offshore-windmolenpark van 30 MW in Schotland. Hywind Tampen moet het eerste offshore windmolenpark worden dat energie levert aan bestaande boorplatformen. Het windmolenpark moet 11 turbines van 8 MW krijgen die ongeveer 35 procent van de jaarlijkse energievraag van de
olie- en gasplatformen Snorre en Gullfaks moet gaan leveren.

“Bij DEME Offshore hebben we er alle vertrouwen in dat drijvende windenergie een sleutelrol kan spelen in de toekomstige energiemix”, aldus Bart De Poorter, General Manager van DEME Offshore.

“Met onze innovatieve oplossingen voor de offshore energiemarkt en onze ruime EPCI-ervaring in grote offshore windprojecten, willen we ook een koploper zijn in deze opkomende sector. Het Hywind Tampen-project wordt beschouwd als een mijlpaal voor de drijvende offshore windsector. We maken graag deel uit van dit uitdagende project om onze technologische capaciteiten verder uit te breiden.”