Noordzeevisserij gezond, maar er mag wel minder gevangen worden

De belangrijkste visbestanden voor de Nederlandse visserij in de Noordzee staan er goed voor, aldus de Internationale Raad voor Onderzoek der Zee (ICES). Wel adviseert ICES quotaverlagingen om de bestanden gezond te houden, zodat ook op de lange termijn de maximaal duurzame oogst (MSY) wordt behaald. In de Europese Unie worden de visbestanden beheerd volgens deze MSY-benadering. De Europese Raad van Visserijministers stelt eind 2018 de nieuwe vangstquota vast voor 2019. Het advies van ICES speelt daarbij een belangrijke rol.

Stabiel en gezond Noordzeetongbestand
De stand van volwassen Noordzeetong bevindt zich sinds 2012 boven het veilige niveau. Naar schatting zwemt er zo’n 59 duizend ton volwassen tong in de Noordzee. De visserijdruk op het tongbestand in de Noordzee is sterk afgenomen, maar is nog net iets te hoog in relatie tot het MSY-streefniveau. Op basis van het nieuwe Noordzee MAP adviseert ICES vangsten van maatse tong binnen een bandbreedte van 6.871 ton en 19.935 ton. ICES benadrukt dat vangsten van maatse tong die groter zijn dan 11.800 ton – de vangsthoeveelheid die hoort bij de grens waar het bovenste deel van de bandbreedte rond MSY start – alleen onder de voorwaarden van het Noordzee MAP kunnen plaatsvinden.

Scholbestand opnieuw op recordhoogte
Het scholbestand in de Noordzee en Skagerrak bevindt zich ver boven de veilige biologische grenzen. Het bestand volwassen schol wordt geschat op 913 duizend ton. Dit is de grootste hoeveelheid schol die is gemeten sinds de start van de bestandschatting in 1957. Dit komt vooral omdat de visserijdruk fors is afgenomen. De schol wordt al sinds 2009 rond het MSY-streefniveau voor de visserijdruk bevist. Dit visbestand is een gedeeld bestand met Noorwegen en omdat er nog geen akkoord is bereikt met Noorwegen over het beheerplan, geeft ICES geen advies op basis van de MSY-bandbreedtes in het Noordzee MAP. ICES adviseert op basis van de MSY-benadering dat vissers in 2019 maximaal 92.523 ton maatse schol mogen vangen.

Voorzichtige groei kabeljauwstand zet niet door
De stand van de kabeljauw in de Noordzee bereikte in 2006 een historisch dieptepunt. Het herstel van de kabeljauwstand verloopt traag ondanks forse beperkingen aan de visserij. In 2014 raakte het bestand uit de gevarenzone, maar de voorzichtig ingezette groei zet zich niet door. Het paaibestand bevindt zich nog steeds onder het gezonde MSY-niveau. Naar schatting zwemt er 114 duizend ton volwassen kabeljauw in de Noordzee. Hoewel de visserijdruk is afgenomen, ligt deze nog steeds hoger dan het MSY-streefniveau. De groei van het bestand wordt bemoeilijkt door de aanhoudende lage aanwas van jonge kabeljauw. Omdat het ook hier, net als bij schol, om een gedeeld bestand gaat met Noorwegen, adviseert ICES niet volgens de MSY-bandbreedtes in het Noordzee MAP. Bij een visserijdruk op MSY-niveau luidt het advies van ICES dat de visserijen in de Noordzee, de Westelijke Skagerrak en in het Kanaal samen in 2019 maximaal 22.331 ton maatse kabeljauw mogen vangen.

Haringbestand Noordzee kleiner maar blijft gezond
De hoeveelheid haring in de Noordzee neemt af, maar het bestand is nog steeds gezond. De grootte van het bestand wordt geschat op 1.9 miljoen ton volwassen haring, maar de verwachting is dat het verder daalt naar 1.4 miljoen ton. Het haringbestand fluctueert van nature; sinds 2002 is de aanwas van jonge haring relatief laag, met in 2015 en 2017 uitzonderlijk lage aanwas. De visserijdruk is laag en ligt al sinds 1996 onder het MSY-streefniveau. ICES adviseert op basis van de MSY-benadering voor 2019 een haringvangst van 311.572 ton, waarvan 291.040 ton voor menselijke consumptie.

Overige soorten laten gemengd beeld zien
ICES gaf ook advies voor een aantal soorten die relevant zijn voor de Nederlandse visserij omdat ze commerciële bijvangst vormen (wijting, zeebaars) of voor een klein deel van de vissers een belangrijke vangst vormen (Noorse kreeft, zeebaars).

Het bestand wijting bevindt zich op een gezond niveau. De visserijdruk is hoger dan het MSY-streefniveau. Ook hier gaat het om een gedeeld bestand met Noorwegen en ICES adviseert daarom niet op basis van de MSY-bandbreedtes in het Noordzee MAP. Het advies luidt dat bij een visserijdruk op MSY-niveau 13.298 ton maatse wijting mag worden gevangen in de Noordzee en het oostelijke deel van het Kanaal.

Het zeebaarsbestand in de zuidelijke Noordzee zit nog steeds onder de veilige biologische grenzen. Hoewel de visserijdruk fors is afgenomen en ruim onder het voorzorgsniveau ligt, vertoont het bestand geen tekenen van groei. De oorzaak is waarschijnlijk de lage aanwas. ICES adviseert voor 2019 een vangst van 1.532 ton maatse vangst voor de commerciële visserij en 113 ton maatse vangst voor de recreatieve visserij.

Een aantal Nederlandse vissers vist gericht op Noorse kreeft. ICES geeft voor de Noorse kreeft een vangstadvies af per leefgebied. Voor sommige gebieden is dit advies jaarlijks en voor andere tweejaarlijks. Voor de Nederlandse vissers zijn voor 2019 vooral de adviezen voor gebied 5 (Botney Cut, Silver Pit) en 33 (Horn’s Reef) belangrijk. Voor gebied 5 adviseert ICES een jaarlijkse maatse vangst van 1.074 ton in 2019 en 2020 en voor gebied 33 voor beide jaren 1.154 ton. Omdat voor beide bestanden onvoldoende gegevens beschikbaar zijn om de toestand van de bestanden goed te kunnen beoordelen, is het vangstadvies op basis van de voorzorgsbenadering.

Nieuw Europees beheerplan
Het Europese beleid heeft als doel om de visserijdruk zo te reguleren dat de maximaal duurzame oogst (MSY, ‘Maximum Sustainable Yield’) wordt behaald. Dit is de visserijdruk die leidt tot de hoogst mogelijke oogst van een visbestand op de lange termijn. Dit jaar treedt een nieuw Europees meerjarig beheerplan voor de gemengde visserij in de Noordzee (Multi Annual Plan, MAP) in werking. Met dit nieuwe plan moeten de doelsoorten in de gemengde Noordzeevisserijen (tong, schol, kabeljauw, schelvis, koolvis, wijting, zeeduivel en Noorse kreeftjes) gezamenlijk zo worden beheerd dat voor ieder afzonderlijk bestand (uiteindelijk) tegelijkertijd de maximaal duurzame oogst (MSY) wordt behaald en vastgehouden. Het MSY-niveau is voor iedere vissoort anders. Om hiermee in het beheer van de gemengde visserij rekening te houden, zijn er bandbreedtes voor MSY opgenomen. Wanneer de vangst van een soort binnen zijn bandbreedte blijft, wordt het bestand op een duurzame manier bevist.

Advisering door ICES
Onderzoekers van Wageningen Marine Research presenteren op 29 juni de visserijadviezen van ICES voor de belangrijkste soorten voor de Nederlandse sector aan het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de visserijsector en maatschappelijke organisaties. ICES maakt elk jaar een schatting van de bestanden en de hoogte van de visserijdruk en geeft daarna advies aan de Europese Commissie over hoeveel er zou mogen worden gevangen om de doelen van het Gemeenschappelijke Visserijbeleid te halen. Het Europese beleid heeft als doel om de visserijdruk zo te reguleren dat de maximaal duurzame oogst (MSY, ‘Maximum Sustainable Yield’) wordt behaald. Dit is de visserijdruk die leidt tot de hoogst mogelijke oogst van een visbestand op de lange termijn.

ICES heeft voor meer dan 20 visbestanden in de Noordzee advies afgegeven. In december maakt de Europese Commissie voor een aantal gezamenlijk beheerde bestanden vangstafspraken met Noorwegen. Aan het eind van het jaar stelt de Raad van Visserijministers de toegestane vangsten voor 2019 vast.

Wageningen Marine Research werkt in opdracht van het ministerie van LNV aan het bestandschatting-onderzoek en werkt hierin nauw samen met verschillende landen binnen ICES.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: Wageningen UR