VIDEO: Acht regels om door windmolenparken te varen op de Noordzee

Sinds 1 mei zijn de windmolenparken op de Noordzee toegankelijk voor de kleine scheepvaart. Ook de toekomstige parken zijn na opleveren toegankelijk. Om veilig door de windparken te varen en niets te beschadigen heeft Rijkswaterstaat 8 regels opgesteld waar iedereen aan moet voldoen. Bekijk alle 8 regels op een rij in de video:

De acht regels voor het doorvaren van windparken:

  1. Doorvaren is alleen toegankelijk voor schepen kleiner dan 24 meter.
  2. Doorvaren mag van zonsopkomst tot zonsondergang (KNMI tijden).
  3. Schepen zijn verplicht een AIS (minimaal klasse B) aan te zetten en een marifoon aan boord te hebben en deze beide te gebruiken.
  4. Het is niet toegestaan om binnen 50 meter van de turbinepalen en 500 meter van een transformatorstation te komen of hieraan aan te leggen.
  5. Dit geldt ook voor voorwerpen vanaf het vaartuig, zoals lijnen, dobbers en haken.
  6. Het is in de windparken niet toegestaan om contact met de bodem te maken. Bijvoorbeeld om voor anker te gaan of met sleepnetten over de bodem te slepen.
  7. Vissen met hengels is toegestaan met inachtneming van bovenstaande afstandsregels. Het gebruik van vistuig mag als deze boven de waterlijn te zien is.
  8. Duiken en kitesurfen zijn niet toegestaan

De windparken zijn uitgerust door nautische apparatuur zoals radar, VHF en AIS om zo de doorvaart te volgen. De Nederlandse Kustwacht controleert op naleving van deze regels en coördineert hulp waar nodig.