VIDEO: 30 procent minder bodemdieren in Noordzee

In de periode 1990-2015 zijn de populaties van 140 soorten zeedieren in de Noordzee gemiddeld met meer dan 30% afgenomen. Het gaat vooral om de dieren die in of op de zeebodem leven, zoals schelpdieren, kreeftachtigen en zee-egels. De populaties zeevissen en zeevogels zijn niet of nauwelijks veranderd in deze periode. De bruinvissen zijn wel in aantal toegenomen. Dit staat in het tweede Nederlandse Living Planet Report (LPR) van het Wereld Natuur Fonds, waarvoor het CBS de Living Planet Indexen (LPI) heeft berekend. Tekst gaat verder onder de video.

De Living Planet Index (LPI) is een veel gebruikte graadmeter voor het vaststellen van biodiversiteit. In 2015 is de eerste Nederlandse LPI bepaald op basis van landelijke trends van populatieaantallen van dieren. Nu zijn ook 285 soorten van de Nederlandse zoutwaternatuur van de Noordzee, Noordzeekustzone, Waddenzee, Ooster- en Westerschelde in kaart gebracht.

Terwijl de fauna achteruit gaat in de Noordzee, is in de Noordzeekustzone en de Waddenzee in dezelfde periode geen sprake van achteruitgang. In de Westerschelde en de Oosterschelde laat het dierenleven zelfs een lichte vooruitgang zien.

De belangrijkste oorzaken zijn de visserij en klimaatverandering 
Visserij en klimaatverandering zijn de belangrijkste oorzaken van veranderingen in de zoute natuur van Nederland. De boomkorvisserij, een visserijmethode waarbij sleepnetten met wekkerkettingen over de zeebodem worden getrokken, is één van de belangrijkste oorzaken voor de afname van bodemdieren in de Noordzee. De bodemfauna vertoont de laatste jaren nog geen herstel, ook al is de boomkor inmiddels op zijn retour en vervangen door voor de bodem minder schadelijke technieken. Klimaatverandering zorgt voor een afname van vispopulaties in de Waddenzee en andere kustwateren, doordat opgroeiende vissen deze wateren vanwege temperatuurstijging al op jongere leeftijd verlaten.

In Westerschelde en Waddenzee wel herstel van fauna
In de Westerschelde zijn populaties van bodemdieren de afgelopen jaren juist toegenomen, met meer dan 50% sinds 1992 (gebaseerd op 35 diersoorten). Dit is onder andere het gevolg van verbetering van de waterkwaliteit. Ook in de Waddenzee is sprake van herstel van de bodemfauna. Het stoppen van de mechanische kokkelvisserij sinds 2005 speelt hierbij een rol.

De toename van de bruinvis in het Nederlandse deel van de Noordzee komt door een internationale verschuiving van de populatie door veranderingen in ecosystemen elders. Het historisch herstel van de landelijke populaties van enkele andere visetende diersoorten van het zoute milieu heeft te maken met het stoppen van de jacht in het verre verleden, zoals bij de gewone zeehond en aalscholver.

In de Oosterschelde is – sinds de aanleg van de stormvloedkering – voor visetende watervogels, zoals de middelste zaagbek, het zoeken en vinden van voedsel plaatselijk verbeterd (minder stroming en helderder water).