Geen windmolens in het Amsterdamse havengebied

De Raad van State heeft de provincie Noord-Holland in het gelijk gesteld in het afwijzen van vergunningsaanvragen voor 4 windmolenplannen in het Amsterdamse havengebied. Een streep door de rekening van Havenbedrijf Amsterdam en de gemeente Amsterdam. Toch blijven de gemeente en havenbedrijf optimistisch.

Met het afwijzen van het beroep, kunnen de plannen voor 54 MW windvermogen aan de Amsterdamse Afrikahaven, Hornweg, Siciliëweg en Westpoortweg de prullenbak in. Dat vinden het Havenbedrijf en de Gemeente jammer want zij vinden de haven bij uitstek geschikt is voor plaatsing van windturbines. In deze toch al industriële omgeving gelden bezwaren – die doorgaans klinken bij wind op land – een stuk minder, aldus het havenbedrijf.

Eerder tekenden de partijen beroep aan tegen het provinciebesluit, omdat zij menen dat de voorwaarden die de provincie stelt aan opstellingen van windmolens in strijd zijn met de gemeentelijke autonomie. Ook wijkt het beleid van de provincie sterk af van landelijk beleid voor wind op land.

Maar de Raad van State oordeelde dat de provincie de komst van de windturbines als haar eigen – provinciale – belang kan aanmerken, omdat die ‘door hun afmetingen en zichtbaarheid over grote afstand een impact op de ruimte in het landelijk gebied hebben’.

Gemeente en het havenbedrijf blijven optimistisch
Toch blijven de partijen optimistisch in het vinden van mogelijkheden om het windvermogen uit te breiden. Dat is nodig om vóór eind 2020 het afgesproken doel te behalen van 100 MW opgesteld windvermogen in het havengebied. Momenteel staat de teller op 65 MW. Om op tijd het beoogde volume te behalen, zullen havenbedrijf en gemeente onverminderd met provincie en rijk overleggen en nieuwe mogelijkheden verkennen.