Zr.Ms. Rotterdam naar antipiraterijmissie Atalanta

Het amfibisch transportschip Zr.Ms. Rotterdam vertrekt op zondag 27 augustus uit de haven van Den Helder om mee te doen aan de antipiraterijmissie Atalanta. Het schip wordt ingezet in de wateren rond Somalië.

Operatie Atalanta is een door de Europese Unie geleide missie en richt zich op het terugdringen van piraterij voor de kust van Somalië. De belangrijkste taken zijn het escorteren van schepen varend voor het ‘World Food Program’ van de Verenigde Naties, het beschermen van kwetsbare scheepvaart in het Somalische Bassin, de Golf van Aden en de Indische Oceaan en het verstoren van piraterij.

Somalische piraten vormen al jaren een gevaar voor de scheepvaart. Jaarlijks passeren tussen de 20.000 en 30.000 schepen de Golf van Aden, waarmee het één van de drukste scheepsroutes is ter wereld. Voor 2012 werden tientallen schepen en bemanningen gekaapt in ruil voor grote sommen losgeld. Dankzij de internationale inspanningen zijn er sindsdien weinig succesvolle kapingen meer geweest, maar vanwege de instabiliteit in de regio blijft het risico op terugkeer van piraterij bestaan.

Nederland doet als sinds 2009 actief mee aan de Europese missie Atalanta. Van 2010 tot en met 2014 leverde de Koninklijke Marine ook marineschepen voor de NAVO antipiraterijmissie Ocean Shield. Met de deelname van Zr.Ms. Rotterdam levert de Nederlandse marine opnieuw een belangrijke bijdrage aan de wereldwijde bescherming van de koopvaardij op zee.

Samenwerking met Zweden
Behalve de Nederlandse bemanning neemt Zr.Ms. Rotterdam ook Zweedse militairen mee. Zweden bood ondersteuning aan bij de EU om te participeren in deze missie. Door de inzet van een groot amfibisch transportschip, zoals Zr.Ms. Rotterdam, is het zelfs mogelijkheid om Zweedse ‘Combat Boats’ mee te nemen in het dok van het schip, naast andere extra inzetmiddelen en personeel. Zo is het schip verder voorzien van een boordhelikopter, een Nederlands boardingteam en uitgebreide medische faciliteiten. Ook worden ‘drones’ meegenomen om extra ogen op het water te hebben. Voor aanvang van de missie vindt een integratietraining plaats tussen de Nederlandse en Zweedse bemanning. De Zweden worden voor aanvang van de missie onder andere opgeleid in het werken met de Nederlandse helikopter.

Bij het vertrek op 27 augustus zijn de Zweedse ‘Maritime Component Commander’, schout-bij-nacht Anders Olovsson en zijn Nederlandse collega brigade-generaal Frank van Sprang, directeur operaties van de marine, aanwezig om het schip en haar bemanning uit te zwaaien.