Maritieme Monitor 2016: werkgelegenheid daalt licht

Rutger Pol, plaatsvervangend directeur Maritieme Zaken van het ministerie heeft op 8 december namens minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu de Maritieme Monitor 2016 en de Havenmonitor 2015 overhandigd aan Wim van Sluis, voorzitter van Nederland Maritiem Land (NML) en Ronald Paul, voorzitter van Brancheorganisatie Zeehavens (BOZ). De Havenmonitor 2015 geeft een beeld van de ontwikkelingen in de Nederlandse zeehavens. De Maritieme Monitor 2016 geeft een beeld van de economische ontwikkeling, arbeidsmarkt en innovatie van de maritieme cluster en de 11 maritieme sectoren.

Met een stijging van de toegevoegde waarde en export, maar een slechtere ontwikkeling van de arbeidsmarkt ten opzichte van Nederland presteerden de maritieme bedrijven in 2015 stabiel in deze roerige tijden. De toegevoegde waarde van de maritieme cluster steeg 3,9%, de totale werkgelegenheid daalde met 0,5%.

Wim van Sluis over de Maritieme Monitor 2016: ‘Op het eerste gezicht lijken de cijfers positief, maar voor het eerst in jaren doet de maritieme sector het zichtbaar slechter dan de landelijke economie. Het is belangrijk om in het achterhoofd te houden dat deze cijfers 2015 beslaan. Voor 2016 verwachten wij een ander beeld.’

Toegevoegde waarde ruim 18,7 miljard euro in 2015 en werk aan 265.000 personen
De directe toegevoegde waarde van alle maritieme sectoren samen bedroeg in 2015 ruim 18,7 miljard euro. Via aanpalende sectoren kwam daar indirect nog 5 miljard euro bij. De cluster genereert daarmee 3,5% van het Nederlandse Bruto Binnenlands Product. De niet maritieme bedrijven binnen de havengebieden, gerelateerd vervoer, chemie in de haven en het wegvervoer van en naar de havens genereren daar bovenop een directe toegevoegde waarde van 15,5 miljard euro en 10.2 miljard euro indirect. De directe en indirecte productiewaarde van de maritieme sectoren bedroegen bijna 55 miljard euro. Gezamenlijk boden de maritieme sectoren in 2015 werk aan 265.000 personen. Dat is 3,0% van de Nederlandse werkgelegenheid.

Ronald Paul over de Havenmonitor 2015: ‘Uit de monitor blijkt dat de zeehavens een vitaal deel van de Nederlandse Economie vormen. We werken graag samen met het ministerie Infrastructuur en Milieu aan een nieuw werkprogramma Zeehavens om onze bijdrage in termen van meerwaarde en banen ook in de toekomst te kunnen veiligstellen.’ 

Export 4,4% van totale Nederlandse export
De totale export bedroeg circa 24,4 miljard euro. Dat is ruim 4,4% van de totale Nederlandse export aan goederen en diensten.

Investering in innovatie 
In 2015 investeerde de maritieme sector 3,9% van de toegevoegde waarde terug in innovatie. De nationale ambitie is 2,5%. Het gemiddelde in Nederland is 1,5%.

Lage olieprijs heeft uiteenlopende effecten
De lage olieprijs in 2015 heeft uiteenlopende effecten binnen de verschillende sectoren van de maritieme cluster. Zo kampt de offshore sector met dalende opdrachten door het wegvallen van investeringen door offshore olie- en gasbedrijven. Ook de scheepsbouw en de maritieme toeleveranciers worden hierdoor (negatief) beïnvloed. Voor de zeevaart, binnenvaart en visserij leiden de dalende olieprijzen juist tot lagere brandstofkosten en daarmee tot een stijging van de toegevoegde waarde. Dit zegt echter niets over de winstgevendheid. Door overcapaciteit in de zeescheepvaart en binnenvaart, gecombineerd met een amper groeiende wereldhandel en zwakke Europese groei, is er als sinds de start van de crisis in 2008 sprake van zeer lage en voor veel ondernemingen verlieslatende vrachttarieven. Tot nu toe blijft herstel van de tarieven uit.

Maritieme Monitor  
De Maritieme Monitor wordt in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu uitgevoerd door Ecorys en geeft een beeld van de economische ontwikkeling, arbeidsmarkt en innovatie van de maritieme cluster en de 11 maritieme sectoren. De monitor komt tot stand in nauwe samenwerking met Nederland Maritiem Land. Daarnaast voert de Erasmus Universiteit Rotterdam – RHV BV voor het ministerie de Havenmonitor uit, die tevens de economische ontwikkeling van het niet-maritieme bedrijfsleven in de zeehavens in beeld brengt. Sinds 2013 sluiten de gegevens op elkaar aan, zodat dat een compleet beeld resulteert van de maritieme cluster en de havens.