Rederij Flinter gaat in hoger beroep

Eigenaren Flinterstar gaan in hoger beroep. De Brugse rechtbank van Koophandel maakte dinsdag 8 december bekend dat de eigenaren van de Flinterstar het wrak zelf moet bergen. 

De uitspraak van de rechter is een tussenvonnis en geen definitieve uitspraak. De rechter verklaarde dat deze uitspraak niet over de aansprakelijkheid gaat of over het feit dat de eigenaren het maximale bedrag voor het limitatiefonds al uitgegeven heeft. Dit zal beslist moeten worden in een volgende rechtszaak.

De Flinterstar zonk op 6 oktober voor de Belgische kust bij Zeebrugge na te zijn aangevaren door de LNG Carrier Al Oraiq van 315 meter. Volgens de Belgische wrakkenwet heeft Flinter het maximale bedrag al ruimschoots uitgegeven aan het opruimen en verwijderen van de olie. Het maximale bedrag waarvoor een reder aansprakelijk is, is afhankelijk van de grootte van het schip. Wanneer de Belgische overheid ook de wrakopruiming gaat eisen van de eigenaars van de LNG Carrier Al Oraiq, kunnen zij ook een fonds voor wrakopruiming opzetten om ook bij te dragen.

CEO van Flinter Bart Otto: “Gelukkig heeft onze bemanning deze zware aanvaring overleeft en hebben wij een milieuramp weten te voorkomen. Dit is voor ons een enorm leerzaam proces, en wij zullen alle informatie die nodig is delen om herhaling te voorkomen. Wij zijn omringd met fantastische adviseurs en experts en voelen ons daardoor gesteund. Het maximale is gedaan om alle olie te verwijderen uit de Flinterstar, ruim 5 miljoen euro aan kosten. Wij nemen onze verantwoordelijkheid, als wij iets moeten doen, dan gaan we dat ook doen. Het zal waarschijnlijk nog een tijd duren voordat alle onderzoeken afgerond zijn en dat wij weten wat er nu precies fout ging in de fatale nacht op 6 oktober. Toen de LNG Carrier de Flinterstar aanvoer waren er loodsen aan boord op beide schepen en werden de schepen begeleid door Vessel Traffic Services Zeebrugge.”

Meer… Flinter