Ministers van Energie van de G7 nemen offshore-windpark Nordsee Ost officieel in gebruik

Vandaag vindt de officiële opening van het offshore windpark Nordsee Ost in het kader van de G7-vergadering van de ministers van energie plaats. Aan de opening neemt de Duitse minister van Economische Zaken Sigmar Gabriel deel samen met zijn collega’s van de G7-landen evenals Peter Terium, voorzitter van de Raad van Bestuur van RWE AG, Hans Bünting, directievoorzitter van RWE Innogy en Mel Kroon, voorzitter Raad van Bestuur van TenneT.

Met een geïnstalleerd vermogen van 295 megawatt is het windpark een van de grootste voor de Duitse kust. Het ligt zo’n 35 kilometer ten noorden van het eiland Heligoland en beslaat een oppervlak van ongeveer 24 km2 in een waterdiepte tot 25 meter. In totaal produceren 48  windturbines genoeg groene stroom om jaarlijks zo’n 320.000 huishoudens van elektriciteit te voorzien.

Windpark met een Nederlands tintje
Het project Nordsee Ost wat RWE nu realiseert is ooit begonnen bij Essent op de tekentafel als een van de eerste wind op zee projecten. Bij de overname door RWE zijn alle windactiviteiten belegd in één bedrijfsonderdeel dat projectontwikkeling van duurzame energie op Europese schaal vormgeeft. Ook dit project is daarmee onderdeel geworden van de grote portefeuille aan duurzame projecten die RWE probeert te realiseren. Realisatie van dit project is dus ook voor Essent een mooi resultaat.

RWE breidt offshore stroomproductie verder uit
Peter Terium, voorzitter van de Raad van Bestuur van RWE AG, legt uit: “De uitbreiding van hernieuwbare energie is een van onze belangrijkste groeigebieden en offshore windenergie zal daarin een wezenlijke rol spelen. RWE wordt dit jaar de op twee na grootste speler op de Europese offshore-markt. En we groeien verder: over slechts een maand zullen we nog een windpark in bedrijf stellen, Gwynt y Môr, gelegen voor de kust van Wales. We ontwikkelen en beheren additionele windprojecten zelf en met partners in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de Benelux.”

Hans Bünting, directievoorzitter van RWE Innogy: “Aan het einde van dit jaar komt 40 procent van onze energie uit hernieuwbare energiebronnen al uit offshore elektriciteitsopwekking. Dankzij de windparken Nordsee Ost en Gwynt y Môr groeit ons operationeel resultaat met dubbele cijfers.”

Indrukwekkende afmetingen in de Duitse Noordzee
Met hun enorme afmetingen maken de verschillende componenten van Nordsee Ost grote indruk: de windturbines hebben vanaf de zeespiegel tot het uiteinde van de wieken een hoogte van circa 160 meter en overtreffen daarmee de hoogte van de Dom van Keulen. De gondels hebben de afmetingen van een eengezinswoning en wegen zo’n 350 ton. Iedere wiek is ruim 60 meter lang en weegt met 23 ton net zoveel als zes volwassen olifanten.

Overige offshore activiteiten van RWE
In juni neemt RWE voor de kust van Wales het Britse windpark Gwynt y Môr met een geïnstalleerd vermogen van 576 MW in gebruik. RWE heeft dit park samen met haar partners Siemens en Stadtwerke München verwezenlijkt.

In de Duitse Noordzee ontwikkelt RWE Innogy (aandeel 15 procent) samen met partner Northland Power (aandeel 85 procent) de windparken Nordsee One, 2 en 3. Deze windenergiecentrales zijn met in totaal zo’n 1.000 megawatt aan geïnstalleerd vermogen het grootste geplande offshore project voor de Duitse kust. Ze moeten 40 kilometer ten noorden van het Duitse waddeneiland Juist op een oppervlak van ongeveer 150 km2 gerealiseerd worden. Volgens de huidige planning wordt 2016 een begin gemaakt met de bouw van de offshore componenten voor het eerste deelproject Nordsee One. Eind 2017 moet met de exploitatie begonnen worden.

Meer… Essent