Herdenkingsmonument voor marinemannen siert boulevard Scheveningen

132 jaar na de ondergang van Zr. Ms. Adder voor de kust van Scheveningen is vrijdagavond op de boulevard een monument onthuld. Bij de scheepsramp in 1882 kwamen 7 officieren, 56 onderofficieren en schepelingen, de loods en een opvarende om. De ramp leidde onder meer in 1887 tot de instelling van een kustwacht bij de Dienst van het Loodswezen.

Het zinken van de Adder is de grootste scheepsramp in de geschiedenis van de Koninklijke Marine in vredestijd. Plaatsvervangend Commandant Zeestrijdkrachten schout-bij-nacht Ben Bekkering: “Het zijn de economie en de handel die ons naar zee doen gaan. Het is de marine die die belangen beschermt. Dat deed de Adder hier op de Noordzee. Dat doen op dit moment de Johan de Witt, de Zeeland, de Bruinvis, de Wilemstad, mariniers en vlootpersoneel op vele plekken in de wereld, de Golf van Aden, het Caribisch gebied, Irak en Mali. Die veilige zee, voor een ongestoorde handel en bewaring van de internationale rechtsorde, is niet iets wat de marine kan claimen. Dat moeten we met partners doen. Internationaal, nationaal en regionaal. Zowel binnen de overheid als civiel.”

Bekkering plaatste in het monument bij de vuurtoren een koker met de bemanningslijst. Namens de Koninklijke Vereniging van Marineofficieren (KMVO) onthulde voorzitter kapitein-luitenant-ter-zee Marc de Natris een plaquette. Vanaf kustwachtvaartuig ms. Levoli Amaranth en reddingboot Kitty Roosmale Nepveu werd een vuurpijl afgeschoten en een attentievuur ontstoken. Een Dornier van de Kustwacht maakte een flypast als eerbetoon aan opvarenden Zr. Ms. Adder. Eerder, een jaar na de ramp, werd op particulier initiatief al een herdenkingsmonument in Huisduinen onthuld.

Lessen geleerd
Op 5 juli 1882 verging de rammonitor Zr. Ms. Adder onder commando van luitenant-ter-zee Simon E. van der Aa met man en muis ter hoogte van Scheveningen. De ondergang van de Adder werd pas op 8 juli bekend. Na de ramp stelde Koning Willem III een onderzoekscommissie in, die de oorzaak van het zinken nooit heeft achterhaald. Bekkering noemt het zinken van de Adder een ramp. “Zeker voor de nabestaanden”, benadrukt hij. “Het had een blamage geweest als we hieruit geen lessen hadden geleerd. En ik denk dat we die geleerd hebben om herhaling te voorkomen. Onder meer door de oprichting van 2 waardevolle instituten die de veiligheid op zee en de waarde van een goed uitgeruste marine uitdragen.”

Kustwacht en officierenvereniging
Bekkering doelt daarbij op de in 1887 opgerichte kustwacht die primair was bedoeld om in nood verkerende vaartuigen te helpen. Daarnaast rapporteerde de dienst over alle bewegingen van Nederlandse en vreemde oorlogsschepen voor de kust. De vuurtorens en tussenstations langs de kust werden voor het eerst via communicatielijnen met elkaar verbonden.

Ook werd als direct gevolg van de scheepsramp uit onvrede over de gang van zaken de voorloper van de KVMO opgericht. De vereniging ontpopte zich in de praktijk tot een studievereniging met ruimte voor opbouwende kritiek. 7 jaar na de oprichting werd de lange naam van de vereniging ingekort tot Marine Vereeniging, vanaf 1947 de (Koninklijke) Vereniging van Marineofficieren.

Meer… Defensie