Dirk de Ridder: “Team Brunel kan in Newport zomaar dik tweede staan”

Om na 19 dagen racen slechts 1 minuut en 16 seconden tekort te komen voor een podiumplaats doet pijn. Afgelopen zondag moest het Nederlandse Team Brunel deze teleurstelling incasseren. “Het is frustrerend dat we niet beter zijn gefinisht”, verwoordde invaller Dirk de Ridder zijn gevoel hierover. Inmiddels is De Ridder voor een korte pitstop thuis en doet hij zijn verhaal.

Achttien maanden lang moest Dirk de Ridder noodgedwongen vanaf de zijlijn naar zijn geliefde topsport kijken. Hij werd geschorst wegens vermeend valsspel als trimmer van het vleugelzeil (wing). Hij zou de boot tegen de regels in verzwaard hebben en werd door de ISAF voor vier jaar geschorst, waarvan een jaar voorwaardelijk. Hij ging in hoger beroep bij het sporttribunaal CAS, die zijn straf terugbracht tot 18 maanden. Dat betekende dat De Ridder vanaf 1 maart 2015 weer ‘vrij man’ was en dus bij Team Brunel aan boord kon stappen om de geblesseerde Laurent Pagès te vervangen.

Over zijn terugkeer in het internationale zeilwedstrijdcircuit zei De Ridder: “Het was lekker om weer aan de slag te zijn.” Zijn lange afwezigheid had naar eigen zeggen geen gevolgen voor de overgang: “Het was meer de omschakeling terug naar de Volvo Ocean Race dan naar het zeilen. Ondanks de schorsing heb ik het afgelopen jaar veel gecoacht, getraind en wedstrijden gezeild. Ik was dus volledig op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.”

“Ik kende een hoop van de gasten aan boord en er heerst een goede sfeer. Ze moesten gewoon iemand met een blessure vervangen. Er was dus geen rare stress situatie binnen het team. Ik was blij dat ik kon helpen.” Dat deed de Friese zeezeiler met reeds een America’s Cup en Volvo Ocean Race (Illbruck, 2001-02) op zijn naam, als stuurman en trimmer.

Vierde plek niet representatief
Een paar dagen na de finish overheerst het gevoel van frustratie over het resultaat: “We zaten uiteindelijk een klein uur achter de winnaar. Dat is helemaal niets op zo’n lange etappe. De laatste 3 dagen hadden we de andere 3 boten continu in zicht. Je loopt een beetje in en verliest weer wat. Als we een half uur eerder waren gefinisht, waren we tweede geworden. Ik heb het gevoel dat de vierde plek niet echt aangeeft hoe we hebben gevaren.”

“Nadat de J1 kapot ging, hebben we veel met de genua 2 en stay sail gevaren. Overdag zijn we ongeveer 6 mijl op Alvimedica ingelopen, dus het missen van de J1 is geen excuus. Het heeft niet geholpen, maar elke boot heeft problemen. Er gingen 2 dingen fout: de J1 die kapot ging en de nacht voor Kaap Hoorn hebben we ongeveer 10 mijl verloren, omdat de elektronica ons in de steek liet. Die dingen gebeuren, maar met een klapgijp zoals MAPFRE verlies je meer.”

Waarom dan toch vierde? “Het weer was heel beslissend. Tactisch gezien met de winddraaiingen die we hadden, waren er weinig mogelijkheden om een gok te wagen door afstand te nemen van de lijn van andere boten. De winddraaiingen waren heel voorspelbaar en klopten met de weerberichten. Je kunt wel afstand nemen door langer over een boeg door te varen, maar daarmee verlies je meer dan je ooit terug kan winnen. Er waren geen ‘passing lanes’ (routes om in te halen). Dan wordt het eenheidsklasse zeilen en vaart iedereen dezelfde snelheid. Je moet je winst kunnen pakken op basis van tactiek en fouten van anderen.”

Kansen Team Brunel?
“De afgelopen tijd kreeg ik die vraag van alle media. Abu Dhabi staat er heel goed voor, maar de rest gaat eigenlijk gelijk op voor de tweede plek. Nu ik aan boord heb gezeten, heb ik er vertrouwen in dat een podiumplaats absoluut mogelijk is. Ze hebben goede mensen en ze hebben nog goede zeilen in de container liggen. De laatste dagen hebben we aangetoond dat onze boot net zo hard gaat als Abu Dhabi. Team Brunel kan in Newport zomaar dik tweede staan. De omslag is niet ver weg.”

Ontwikkeling
De Ridder deed in de editie van 2005-06 voor het laatst mee aan de Volvo Ocean Race. Over de ontwikkeling van de race sindsdien zegt hij 2 gedachtes te hebben. “Het besluit van de Volvo Ocean Race om voor one design te gaan, was cruciaal om deze race door te laten gaan. Zonder de eenheidsklasse zouden er minder teams zijn geweest en waren de kosten te hoog geworden. Ik denk dat het voor de toekomst van de Volvo Ocean Race een briljante zet is geweest en het wedstrijdzeilen op het water is hierdoor verbeterd. Wat mij betreft kun je wel de vraag stellen of ze niet een klein beetje zijn doorgeschoten in het sterk, veilig en betrouwbaar maken van de boot. De wow-factor van de VO65 vind ik minder dan van de VO70.”

Ambitie
“Ik sluit het niet uit”, antwoordt De Ridder de vraag of hij de Volvo Ocean Race nog een keer helemaal zal varen. “Ik ben ooit met Mean Machine bezig geweest, maar door de nieuwe eenheidsklasse is deelname beter bereikbaar geworden.” Voor deze editie liep De Ridder een plek aan boord bij Abu Dhabi Ocean Racing mis en daarmee een eventuele tweede eindzege. “Ik baal daar natuurlijk onwijs van. Het contract lag klaar om ondertekend te worden, maar door het gezeur met ISAF kon het niet doorgaan.” En wat dat ‘gezeur’ betreft, houdt deze zaak voor De Ridder niet op met het terugdraaien van zijn strafmaat. “Nu zijn wij aan zet, maar ondertussen ga ik gewoon door met mijn leven.”

Zo vertrekt hij deze week naar de Caribbean om met de 30 meter lange supermaxi Comanche de Les Voiles de Saint-Barth race te varen. “Ik heb voor een heel zeilseizoen bij het Comanche team getekend. Verder vaar ik dit jaar op een TP52 en een J-klasse.” Door deze volle agenda bleef het voor de Nederlander wel bij één etappe met Team Brunel.

Meer… Volvo Ocaen Race