Binnenvaart jaardiner “Brussel aan de Rijn” ijkpunt voor Europees beleid

Het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart (CBRB) en de Europese Binnenvaart Unie (EBU) hebben afgelopen vrijdag tijdens het binnenvaart jaardiner Europarlementariër Wim van de Camp een duidelijke boodschap meegegeven. De betrouwbaarheid van de infrastructuur moet verbeterd worden en knelpunten moeten worden opgelost, de regelgeving rondom duurzaamheid moet beter aansluiten bij de binnenvaartpraktijk en de bemanningseisen moeten herzien worden.

Aansluitend aan de 85e Algemene Ledenvergadering van het CBRB vond traditiegetrouw het binnenvaart jaardiner plaats. Wim van de Camp (lid Europees Parlement van de CDA / EVP fractie) en Theresia Hacksteiner (Secretaris-Generaal van de Europese Binnenvaart Unie) lieten hun licht schijnen op het thema “Brussel aan de Rijn”. Ondanks uitdagende tijden in sommige deelsectoren van de binnenvaart is Europarlementariër van de Camp geen voorstander van overheidsingrijpen in de markt. Hij riep de binnenvaart op met wensen te komen voor de “mid-term review” van het Witboek Transport 2020.

Theresia Hacksteiner en Robert Kasteel van het CBRB hebben het aanpassen van de belangrijkste infrastructurele verbindingen en het wegwerken van de belangrijkste bottlenecks hoog op de agenda staan. Robert Kasteel van het CBRB: “Met name de geplande Seine-Noord verbinding biedt belangrijke potentie voor de binnenvaart. De CBRB leden zijn verantwoordelijk voor het merendeel van het Europese binnenvaartvolume en de realisatie van deze verbinding biedt veel marktkansen.” Brussel moet de focus leggen op de belangrijkste verbindingen en transportcorridors, in plaats van de fondsen te versnipperen over kleinere projecten met beperkte toekomstkansen. “Geen hobbyisme bedrijven,” aldus Theresia Hacksteiner.

Op het gebied van duurzaamheid benadrukte Hacksteiner dat de huidige Europese regelgeving omtrent de Non Road Mobile Machinery (NRMM) niet haalbaar en niet betaalbaar is, en zij pleitte voor aansluiting bij reeds bestaande maritieme standaarden.

So wie so moet Brussel leren om dat wat elders (bij de CCR in Straatsburg) adequaat geregeld wordt, te accepteren, en niet zelf opnieuw het wiel uit te vinden. “Brussel ligt tenslotte niet aan de Rijn,” zo erkende ook Van de Camp. Anderzijds moet de CCR ervoor oppassen, niet door te schieten in veel te gedetailleerde regelgeving.

Funding is een ander belangrijk aspect voor de binnenvaart. Van de Camp refereerde aan het investeringsplan van Juncker, waarbij 315 miljard euro beschikbaar zou zijn. CBRB en EBU constateren dat het voor ondernemingen in de binnenvaart door de administratieve eisen moeilijk blijkt om toegang tot dergelijke fondsen te krijgen, en zij pleitten ervoor deze fondsen laagdrempeliger en daardoor beter toegankelijk te maken.

Tenslotte deden het CBRB en de EBU een dwingend beroep op Europa tot het moderniseren van de bemanningsvoorschriften. Deze zijn sterk verouderd en dienen aangepast te worden naar de huidige praktijk. Hacksteiner: “Dit is van essentieel belang voor de toekomst van de binnenvaart. Daarnaast is noodzakelijk dat diploma’s wederzijds worden erkend tussen lidstaten. De krapte op de arbeidsmarkt kan worden opgelost door dit soort barrières te slechten. Met dit level playing field wordt de positie van de binnenvaart direct versterkt.”

Meer… CBRB en EBU