Unieke samenwerking in LNG Safety Program

LNG Carriers (10)

LNG wordt sinds kort ook in Nederland ingezet als nieuwe schonere en stillere brandstof voor de scheepvaart en het wegtransport. Voor een succesvolle introductie als alternatieve brandstof moeten veilige opslagplaatsen, tankstations, enzovoorts worden gebouwd. Maar de wet- en regelgeving is nog onvoldoende ontwikkeld om hiervoor vergunningen te kunnen verkrijgen. Daarom ging afgelopen februari het LNG Safety Program officieel van start.

Liquefied natural gas of LNG is vloeibaar aardgas met een temperatuur van -162 °C. De lage temperatuur reduceert het volume met een factor 600, zodat het efficiënter kan worden getransporteerd en opgeslagen. Bovendien komen bij de verbranding minder fijnstof en emissies vrij, zijn motoren op LNG stiller en maakt de nieuwe brandstof ons land minder afhankelijk van olie. “Het Nationaal LNG Platform maakt zich sterk om de brandstof te introduceren”, vertelt ir. Bas van den Beemt van TNO. “Het doel is om in 2013 via de Nederlandse markt 2 tot 3 miljoen ton LNG in te zetten als alternatieve brandstof. Daarmee wordt ruim een 1 megaton CO2 en tot 600 ton fijnstofuitstoot gereduceerd per jaar, de zogeheten Green Deal LNG. Binnen het platform ontstond het idee om een nationaal veiligheidsprogramma op te zetten, dat beoogt om drempels vanuit de wetgeving weg te nemen, zoals vergunningaanvragen.”

Hiaten in kennis en regelgeving
Een vergunningaanvraag is breder dan alleen een wetgevingsissue. In het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) liggen voorwaarden vast waaronder vergunningen verleend kunnen worden. Zo geeft het BEVI aan hoe risico’s berekend moeten worden, wat bepaalt welke afstand tot bebouwing in acht moet worden genomen. Van den Beemt: “LNG wordt in dat besluit nog niet genoemd. Daardoor weet de industrie niet waar ze een installatie mag neerzetten. Ook weet de brandweer nog niet goed hoe zij moet optreden als er iets misgaat, en zo zijn er nog meer hiaten in kennis en regelgeving. De overheid laat zich adviseren door het RIVM, maar ook dat kan niet alle vragen zelf beantwoorden. Door in een programma de krachten te bundelen en besluiten te nemen over de uitvoeringsvormen van installaties, is het beter mogelijk om wetgeving tot stand te brengen.”

Unieke samenwerking
Het LNG Safety Program is een tweejarig onderzoeksprogramma naar de veiligheid van LNG als transportbrandstof. Naast TNO, NEN, RIVM en andere kennisdragers, zijn de veiligheidsdiensten en de industrie betrokken. Van den Beemt licht toe: “In deze publiek-private samenwerking wordt een derde gefinancierd door het Topconsortium voor Kennis en Innovatie (TKI), een derde door het ministerie van Infrastructuur en Milieu door de bijdrage van het RIVM en een derde door de industrie, ofwel de leden van het Nationaal LNG Platform. NEN is programmacoördinator en wij verzorgen de technische coördinatie. Als TNO werken we vaker voor het RIVM, de overheid of bedrijven. Nu support de industrie de onderzoeken ter onderbouwing van de gewenste wet- en regelgeving. Dat al die partijen dit collectief tot stand brengen is uniek, zoals ook duidelijk wordt in dit programma. Er is bijvoorbeeld een technische commissie waarin publieke en private partijen kennis delen over installaties.”

Pragmatische testen en onderzoeken
TNO doet pragmatische testen en onderzoeken en verzamelt informatie die leidt tot een betere risicobeheersing, zowel aan de ontwerpkant als de incidentkant. “Welk type tank kun je het beste gebruiken? Hoe verloopt het vermoeiingsproces van vulslangen die steeds weer opwarmen en afkoelen? Wat gebeurt er als een truck over een vulslang rijdt of wanneer bij bunkering een container omvalt? Welke maatregelen kun je nemen om dat te voorkomen? Pas als je weet hoe je risico’s beheersbaar maakt en hoe je eventuele calamiteiten bestrijdt, weet je hoe vergunningsvoorschriften eruit moeten zien. Aan de andere kant is er altijd een omslagpunt waarbij risicobeheersing te kostbaar wordt. De betrokkenheid bij de invulling van regelgeving helpt de industrie bij het maken van rationele overwegingen. Dat kan zo’n programma echt betekenen in een beperkte scope van twee jaar. Met onze onafhankelijke positie en technische knowhow is TNO daarbij een logische partner.”

Meer… TNO