Duurzaamheid in het Noordzeekanaalgebied

Op 10 oktober vond in IJmuiden het Congres ‘Zin en onzin van duurzaamheid in het Noordzeekanaalgebied’ plaats. Centraal thema was de toekomst van de op- en overslag van energie in de havens.

Houden we vast aan de traditionele, fossiele brandstoffen of stappen we over op andere brandstoffen? In een bomvol Nova College Maritiem werd duidelijk dat duurzame energie volop in ontwikkeling is, maar ook dat er nog veel stappen moeten worden genomen en dat de economische belangen groot zijn.

Het Noordzeekanaalgebied heeft de grootste benzinehaven ter wereld en de tweede kolenhaven van Europa. Van de overslag in de havens is maar liefst 64% energie gerelateerd. Toch neemt dit overgrote deel van de totale overslag maar een derde van de beschikbare ruimte in beslag. In economisch opzicht levert deze branche dus een waarde volle bijdrage aan de ontwikkeling van de haven. Elisabeth Post, gedeputeerde Wegen, Verkeer en Vervoer van de provincie Noord-Holland en voorzitter van het bestuursplatform Noordzeekanaalgebied beet op het congres het spits af: ‘Ja, er komt een einde aan de levensduur van fossiele brandstoffen, maar niet op dit moment. De economische belangen zijn groot. De vraag is hoe we met elkaar het Noordzeekanaalgebied op een duurzame manier kunnen inrichten en er tegelijkertijd voor kunnen zorgen dat het gebied één van de belangrijkste economisch motors van Nederland blijft.’

Jaap Bond, gedeputeerde van onder meer Klimaat en Duurzame energie en voorzitter van de Energy Board vulde aan: ‘Het beleid van de provincie Noord-Holland ten aanzien van duurzame energie was eerst gericht op subsidies, daarna op het terugdringen van CO2. Nu is de vraag: wat is de kracht van de regio? De subsidiepot is óók voor dit gebied beschikbaar. De kaders zijn gemaakt, de structuur is goed, het geld komt er. Er is nu behoefte aan input van het bedrijfsleven, dus kom vooral met suggesties en ideeën,’ aldus Bond.

Twee professoren op het gebied van duurzame energie deelden hun kennis met de ruim 200 bezoekers van het congres. Coby van der Linde, Directeur Clingendael International Energy Programme, sprak over de internationale ontwikkelingen op het gebied van duurzame energie. ‘Alleen al binnen Europa zijn er 27 verschillende beleidssystemen, ook in Nederland gaat het er weer anders aan toe dan elders. Alleen Engeland heeft een echt klimaatbeleid, in andere landen is duurzaamheid vaak een containerbegrip geworden,’ lichtte Van der Linde toe. ‘Ook daaraan gerelateerde capaciteitsproblemen voor de opslag van energie en werkgelegenheid zijn onderwerp van discussie. Denk aan landen met een rijke kolenindustrie waarin veel mensen werkzaam zijn.’

Wim Turkenburg, hoogleraar Natuurwetenschap en Samenleving, duurzaamheidsdeskundige en hoofdauteur van Global Energy Asessment vertelde over de kansen en uitdagingen op het gebied van duurzame energie. ‘Dat begint al met de definitie van duurzame energie. In het buitenland is het zo helder, renewable energy. De letterlijke vertaling is hernieuwbare energie. Fossiele brandstoffen kunnen op een schone manier dus ook passen binnen een duurzame energievoorziening.’

Er zijn veel verschillende hernieuwbare energiebronnen: waterkracht, bio-energie, zonne-energie en vooral windenergie is sterk in opmars. Meer dan de helft van de investeringen wereldwijd in nieuw vermogen om elektriciteit te produceren ging naar het gebruik van hernieuwbare energie. De conclusie is dat duurzame energie een geweldige boost aan het maken is.

Turkenburg ergert zich in de pers aan ‘Nederland als het sukkeltje van Europa’. ‘Wij gebruiken duurzame energie vooral voor landbouw, daarin behoren we tot de top van de wereld. Nederland is qua bevolkingsdichtheid echter de nummer twee van Europa. Het is daarom heel lastig voor energie die om oppervlakte vraagt (windenergie, schaliegas, enz.) draagvlak te verkrijgen onder de bevolking. Onze kansen liggen bij windenergie in zee, maar dat is een relatief dure optie.’

‘De overslag van fossiele brandstoffen staat haaks op een duurzame ontwikkeling van het Noordzeekanaalgebied.’ ‘Waarvoor hebben we de haven eigenlijk? Voor ons of voor Europa?’ ‘De overheid moet de ontwikkeling van duurzame energie aan de markt overlaten.’ In het tweede deel van het congres werden voor- en tegenstanders aan de hand van onder meer deze stellingen uitgedaagd hun mening te verdedigen. Een deskundigenpanel bestaande uit bestuurders en de top van het bedrijfsleven in de energiebranche kon inbreken als naar haar mening essentiële zaken ontbraken in de discussie. De uitkomsten van het energiedebat worden o.a. gebruikt bij de uitwerking van de Visie Noordzeekanaalgebied 2040, zo bevestigde gedeputeerde Post.

Het Congres ‘Zin en onzin van duurzaamheid in het Noordzeekanaalgebied’ werd georganiseerd door het Masterplan Noordzeekanaalgebied, provincie Noord-Holland, Port of Amsterdam en Amports in het kader van de Dag van de Duurzaamheid. Een uitgebreid verslag van het congres is binnenkort te lezen op de website www.noordzeekanaalgebied.nl.