Hoofdlijnen SER Energieakkoord bekend: prominente plek voor windenergie

greatergabbard6jpg

Tijd om stappen vooruit te zetten Windenergie neemt een belangrijke plaats in in het Energieakkoord dat vanuit de SER is opgesteld en waarvan vandaag de hoofdlijnen bekend zijn geworden. Er ligt een duidelijke keuze om, naast wind op land, volop in te zetten op wind op zee. Met het Energieakkoord moet meerjarige zekerheid ontstaan over onder meer de verdere doorgroei naar 16% duurzame energie. Om de plannen werkelijkheid te worden, moeten overheid en sector komende jaren volop aan de slag, constateert de Nederlandse Wind Energie Associatie (NWEA): “Nu is het tijd stappen te zetten om vooruit te komen in de transitie naar hernieuwbare energie.”

Het akkoord gaat uit van 16% duurzame energie. In 2020 moet minstens de Europese ondergrens van 14% bereikt zijn, daarna is er nog enkele jaren tijd tot 2023 om de dan al vergunde en uitgezette projecten voor duurzame energie te bouwen. “Om bijvoorbeeld te garanderen dat de te bouwen windparken tijdig, dus voor 2020, vergund zijn, moet komende jaren veel werk verzet worden door overheid en sector. Anders schuift alles verder in de tijd en dat is niet de bedoeling”, aldus Ton Hirdes, directeur NWEA. “En er moet nog veel gebeuren in wet- en regelgeving, in financiering van projecten en daadwerkelijke bouw. 2020 is al heel dichtbij.”

Het akkoord wordt breed gedragen; ongeveer veertig organisaties hebben erover onderhandeld1 ; en ook de ministerraad onderschrijft de hoofdlijnen. Komende weken volgt een verdere uitwerking. Het akkoord moet zorgen voor meerjarige duidelijkheid, een routekaart voor 16% duurzame energie waaraan zeker de komende tien jaar wordt vastgehouden. Stabiliteit en consistentie van beleid zijn immers noodzakelijk om te zorgen dat noodzakelijke investeringen gedaan worden.

Voor Wind op land wordt komende jaren volop ingezet om in 2020 minstens 6000 MW, goed voor 54 PJ duurzame stroom, geplaatst te hebben. Tegelijk wordt bekeken of méér mogelijk is. Over de mogelijkheden daartoe zal de sector het gesprek aangaan met onder meer IPO en milieuorganisaties. Wind op zee zat afgelopen jaren in de wachtkamer. NWEA is tevreden dat er nu eindelijk een duidelijke keuze ligt werk te maken van windparken op zee. Bovenop de al gebouwde en binnenkort te bouwen windparken (samen ongeveer 950 megawatt) wordt naar verwachting tot 2020 voor nog ongeveer 3500 megawatt aanbesteed2 . Hirdes: “Wind is zee is onontbeerlijk om de duurzame energiedoelstelling van 16% kort na 2020 te halen. Om op tijd te zijn, moet je nu per direct aan de slag, het duurt namelijk meerdere jaren voordat je een windpark op zee gerealiseerd hebt. Daarom moeten al in 2014 en 2015 projecten gestart worden. Om tempo te kunnen maken kan het beste eerst worden ingezet op projecten die al een volledige vergunning hebben. Bovendien ligt er inmiddels een mooi plan voor een demonstratiepark op zee.” Ook dient de overheid onmiddellijk te starten met kabels op land om windparken op zee te kunnen aansluiten op het net.

1 Een van de onderhandelende partijen was de Duurzame Energie Koepel, waarbij NWEA is aangesloten.

2 In totaal gaat het Energieakkoord uit van ong. 4400-4500 MW wind op zee, samen goed voor ruim 60 PJ.

Het bestaande budget voor duurzame energie is toereikend om de SER-plannen uit te voeren. Om wind op zee er gebruik van te laten maken, is slechts een kleine aanpassing aan de SDE+ (een ‘schot’) voldoende. Innovatie en aanpassingen in wet- en regelgeving zullen, in combinatie met grootschalige uitrol en daarmee samenhangende schaalvoordelen, ervoor zorgen dat wind op zee aanzienlijk goedkoper wordt. Hirdes: “De sector heeft al aangegeven dat een geleidelijke kostprijsdaling tot 40% per kWh haalbaar is. Haalbaar, maar het zal niet gemakkelijk zijn! Komende jaren zullen branche en overheid hard moeten werken om die prijsdaling mogelijk te maken.”

Het Energieakkoord leidt op korte termijn tot 15.000 extra groene banen binnen Nederland en op termijn naar nog meer. Hirdes: “Bovendien kan de Nederlandse offshore sector de innovaties en expertise die ze met het bouwen van windparken in Nederland opdoen exporteren, waarmee offshore windenergie een motor zal zijn voor werkgelegenheid en inkomsten.”

De windparken op land en op zee samen zullen elektriciteit kunnen leveren voor ruim 9 miljoen huishoudens, oftewel méér dan nodig is voor alle Nederlandse huishoudens.

Meer… NWEA