Ontgassen en boord-boord overslag door binnenvaart moet beter

Reactie CBRB op persbericht IL&T, KLPD, Havenbedrijf Rotterdam, Rijkswaterstaat: ‘Ontgassen aan boord-boord overslag tankvaart’ (het bericht waarop gereageerd wordt, is onder dit artikel vermeld).

Het CBRB heeft kennisgenomen van de berichtgeving inzake de aangetroffen overtredingen in de binnentankvaart in relatie tot wet- en regelgeving tijdens ‘ontgassings’ processen aan boord en boord/boord ladingactiviteiten. Positief is het feit dat invulling gegeven wordt aan het ‘front office’ gedachtengoed namelijk geconsolideerde gerichte inspecties zodat zoveel mogelijk verstoring van de logistieke keten vermeden wordt. Ter zake kundige leden, verenigd in een werkgroep zullen de overtredingen bespreken en nagaan hoe diverse onderwerpen opgenomen kunnen worden in respectievelijk; de sectorbrede arbocatalogus binnenvaart, ISGINTT (International Safety Guide for Inland Navigation Tankers and Terminals), RI&E, specifieke training en/of circulaires. We kijken dan ook uit naar het aangekondigde eindrapport met conclusies dat op korte termijn opgeleverd zal worden. Het CBRB is van mening dat bedrijven in de sector die de regels aan hun laars lappen hard worden aangepakt. Punt van aandacht noemt Nick Lurkin, secretaris veiligheid en milieu bij het CBRB, het feit dat nagenoeg alle wet- en regelgeving voor deze sector op internationaal niveau bepaald wordt. Geregeld worden deze regels door diverse landen verschillend geïnterpreteerd.

Persoonlijke Beschermings Middelen (PBM)
We zijn verrast met de bevindingen op het gebied van de vermeende overtredingen op het gebied van het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen ( PBM) aan boord. Een inspectie medio juni dit jaar gaf aan dat op de destijds alle geïnspecteerde tankschepen de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig waren en op een correcte wijze gebruikt werden. Via de RI&E, online arbocatalogus en ISGiNTT handboek ondersteunen we de betrokken personeelsleden om aan de gestelde regelgeving op het gebied van veiligheid te voldoen. Een nieuw initiatief is om middels beeldmateriaal nog verder in te gaan op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Op dit moment wordt een e-learning programma ontwikkeld, waardoor de bemanning op de hoogte blijft van de mogelijke risico’s die kunnen optreden, bij het niet of niet juist dragen van PBM’s in verschillende situaties.

Vervoersdocumentatie, classificatie en communicatie
Gerichte controle op ladingdocumentatie is al een langere tijd punt van aandacht. Op internationaal niveau heeft het bedrijfsleven wijzigingsvoorstellen ingebracht, om meer duidelijkheid te krijgen wie de verantwoordelijkheid hieromtrent heeft.

Op het gebied van gevaarlijke stoffen per tankvaart zijn er langere tijd verbeteringen geconstateerd in het verstrekken van de vervoersdocumentatie aan de vervoerder. Tankschepen krijgen echter nog steeds geregeld slechts een schriftelijke laadopdracht met de benodigde gegevens van de “vuller” met de opmerking dat deze schriftelijke laadopdracht geen vervoersdocument is. Daarnaast zijn de gegevens vaak onvolledig of zelfs onjuist. De afzender is verantwoordelijk voor de classificatie van de te vervoeren producten.

In het ADN, de relevante wetgeving, staan de verantwoordelijkheden van de afzender, op dit moment, als volgt genoemd:
Afzender: de onderneming die zelf of voor derden gevaarlijke goederen verzendt. Indien het vervoer plaatsvindt op grond van een vervoersovereenkomst, dan geldt als afzender de afzender volgens deze overeenkomst. Bij tankschepen met lege of geloste ladingtanks wordt met het oog op de vereiste vervoerdocumenten de schipper als afzender beschouwd;

En als verplichtingen voor de afzender staat in randnummer 1.4.2.1:
1.4.2.1.1 De afzender van gevaarlijke goederen is verplicht een zending ten vervoer aan te bieden, die voldoet aan de voorschriften van het ADN. In het kader van 1.4.1 moet hij in het bijzonder:
b) aan de vervoerder de vereiste gegevens en informatie en eventueel de vereiste vervoer- documenten en begeleidende documenten (vergunningen, toelatingen, mededelingen, certificaten, schriftelijke instructies, enz.) leveren, in het bijzonder met inachtneming van de voorschriften van 5.4 en van de Tabellen van Deel 3;

In veel gevallen is de afzender niet te achterhalen, omdat het in de natte bulk gebruikelijk is dat partijen aan elkaar doorverkocht worden en er soms wel acht partijen in een keten zitten. Soms lijkt de afzender bekend, maar dan wordt de partij weer FOB geleverd en is wederom de afzender niet te achterhalen. Het zou veel beter zijn als de vuller degene is die voor de juiste vervoersgegevens zorgt. Hij is immers diegene die het product in zijn tank heeft en dus exact weet om wat voor stof het gaat. Bij boord/boord overslag ligt dit ook lastig.

Een andere optie is om in de controlelijst een punt op te nemen waarin de vuller en de schipper bevestigen dat de vervoersdocumentatie aanwezig is voorafgaande aan de reis. Een vervoerder mag alleen in het geval zoals vermeld in art. 5.4.1.1.6.4 van het ADN een vervoersdocument opmaken (lege of geloste ladingtanks). Documenten mogen ook “on behalf of” ofwel namens de afzender opgesteld worden zonder dat de juridische verantwoording door een derde persoon worden overgenomen. Echter men dient hierbij wel in acht te nemen dat een dergelijke machtiging van de afzender schriftelijk vastgelegd is. Gelet op het feit dat de vuller per 1 januari 2013 de complete vervoersnaam en geen handelsnaam (Pygas en dergelijke) op de controlelijst moet opgeven, zou dit een verbetering kunnen brengen in het verschaffen van de juiste vervoersdocumentatie.

De boord/boord controlelijsten zijn onlangs in het ISGINTT document opgenomen. Het doel van de ISGINTT is de veiligheid van het vervoer van gevaarlijke stoffen bij de wisselwerking tussen schip/schip en schip/walzijde (terminals) in de binnentankvaart te verhogen. Het wachten is op een Nederlandse versie van dit handboek dat ieder moment verwacht wordt. Met de totstandkoming van het ISGINTT is de laatste vier jaren door het verladende als het vervoerende bedrijfsleven veel werk verricht. De verdere ‘inburgering’ van de in het ISGINTT genoemde procedures kan dan echt beginnen.

Veiligheidscultuur en opleiding
Voor de binnentankvaart zijn 150 zogenoemde objectinspecties afgekondigd voor het jaar 2012. Dit zal teruglopen tot 80 in 2016. De inspectie houdt toezicht vanuit het beginsel ‘vertrouwen tenzij’. Bij correcte naleving krijgen bedrijven minder toezicht en kunnen handhavingsconvenanten worden gesloten (horizontaal toezicht). In 2011 is hiermee een begin gemaakt en in 2012 is het streven 10 van dit soort convenanten met bedrijven gesloten te hebben. Met deze aantallen op het netvlies is het ook interessant om naar de toekomst te kijken op het gebied van ‘human factor’, er is een toenemende druk op het personeel door personeelstekorten en/of competentiegebreken. Hier ligt een grote uitdaging.

Meer… CBRB