Binnenvaart verandert snel door ICT aan boord van binnenschepen

In snel tempo ondergaat de binnenvaart in Vlaanderen diepgaande veranderingen, als gevolg van ICT-toepassingen die worden ingebouwd aan boord van binnenschepen. De veralgemeende introductie van PC’s, internettoegang, en automatische systemen voor identificatie (AIS) bevestigt de professionalisering, modernisering en innovatie die al enkele jaren merkbaar zijn in deze transportsector. Dat blijkt uit de nieuwste ICT-enquête van Promotie Binnenvaart Vlaanderen (PBV) – die tevens een vergelijking toelaat met 2008 en 2010 in eigen land, en met gelijkaardige bevragingen in het buitenland.

Voor de derde keer in vijf jaar heeft PBV een grootschalige bevraging georganiseerd naar het gebruik van PC’s, internet en AIS aan boord van binnenschepen. De resultaten van de enquêtes zijn onderling vergelijkbaar. Ze laten ook een vergelijking toe met die van een recente survey (Umfrage Telematik) uitgevoerd in Duitsland onder Nederlandse, Duitse, Luxemburgse, Zwitserse en Belgische binnenvaartondernemers

Gebruik van PC’s aan boord
Nagenoeg alle binnenschepen (97 procent) hebben tegenwoordig een of meerdere PC’s aan boord, een stijging met 9 procent tegenover 2005 en nog 2 procent tegenover 2008. Zo’n 69 procent zegt een basiskennis van PC’s te hebben; 21 procent heeft zelfs een ‘goede’ kennis. PC’s aan boord worden intensief gebruikt voor het beroep.

Vier schippers op vijf (82 procent) gebruiken hun PC iedere dag voor beroepsdoeleinden – een percentage dat consistent stijgt sinds 2005. De helft van hen (40 procent van het totaal aantal) gebruikt de PC zelfs meerdere uren per dag. Beroepsmatig wordt de PC vooral gebruikt voor het raadplegen van elektronische vaarkaarten (81 procent) en voor elektronische reisaanmelding (48 procent). Elektronische aanmelding via PC gebeurt bij ons 3 procent vaker dan in Duitsland.

Internet toegang aan boord
Niet minder dan 84 procent van alle binnenschepen hebben toegang tot internet. Dat is 30 procent meer dan in 2005 en 8 procent beter dan in Duitsland. Er wordt ook intensief gebruik van gemaakt voor professionele redenen: 61 procent zit een tot twee uur per dag te surfen voor beroepsdoeleinden. Het aantal schippers dat ongeveer een uur per dag surft voor beroepsdoeleinden is sedert 2008 met 13 procent gestegen, van 22 procent naar 35 procent.

Opvallend is dat de leeftijd van diegenen die niet over internet beschikken gemiddeld meer dan 12 jaar ouder is dan de gemiddelde leeftijd van de geënquêteerden. Er is geen verband gevonden tussen het al dan niet beschikken over internet en de tonnenmaat van het schip.

Mobiel internet aan boord van een binnenschip blijft wel duur: 56 procent betaalt tot 99 euro per maand; bij 11 procent beloopt de maandelijkse factuur zelfs meer dan 150 euro. In 2008 betaalde slechts 3 procent meer dan 150 euro per maand voor internettoegang.

Nagenoeg iedereen die over internettoegang beschikt, heeft ook een of meerdere e-mail adressen. E-mail wordt vooral gebruikt voor contact met de opdrachtgever (94 procent), collega’s en familie of vrienden. E-mail contact met terminal-operatoren en met de overheid is veel beperkter. Drie kwart van alle ondervraagden (77 procent) vervoerden immers bulkgoederen, en in dit segment zijn er maar weinig contacten met de terminals of de overheid. Het gebruik van online diensten is beperkt tot elektronische vaarkaarten (ENC), de ‘Berichten aan Schippers’ (NtS), en de waterstanden.

Automatic Identification System (AIS)
Na het invoeren van steunprogramma’s en de verplichting om AIS in de haven van Antwerpen te gebruiken, is het niet verwonderlijk dat 81 procent van de (bevraagde) binnenschepen nu AIS aan boord heeft – 10 procent meer dan in Duitsland, en een veelvoud tegenover de slechts 12 procent in 2010. Slechts 12 procent van de ondervraagden deed geen beroep op overheidssteun om zich een AIS aan te schaffen. Van diegenen die wel overheidssteun vroegen, diende 55 procent zijn aanvraag in volgens de regeling in Nederland en 38 procent volgens de Vlaamse procedure.

Nagenoeg alle gebruikers (96 procent) vindt AIS ‘altijd’ of ‘meestal’ betrouwbaar. Drie kwart van de ondervraagden heeft zijn AIS-transponder gekoppeld aan een PC met elektronische vaarkaarten. Gebruikers van het systeem vinden dat AIS het varen gemakkelijker maakt (59 procent), veiliger (54 procent) en overzichtelijker (51 procent). Toch is 30 procent er niet van overtuigd dat AIS het varen overzichtelijker maakt. De helft vindt het gebruik van AIS gemakkelijk (52 procent).

Twee derden vindt AIS vooral nuttig voor zichzelf (67 procent) of voor de waterwegbeheerder (66 procent) – resultaten die vergelijkbaar zijn met 2010. Twee derden (66 procent) vindt niet dat AIS de eigen reisplanning verbetert; slechts een kwart (28 procent) noemt AIS een nuttige service voor de klanten. Over de toegevoegde waarde van AIS voor verlader en bevrachter zijn de meningen verdeeld; toch vindt nog 50 tot 54 procent dat AIS ook voor die categorieën kan nuttig zijn.

Privacy blijft een gevoelig thema. Het zichtbaar maken van de eigen positie en vaarrichting wil men beperken tot een klein aantal situaties, zoals: andere schepen met AIS (81 procent is pro) en overheden die het verkeer regelen (60 procent). In andere gevallen staan de ondervraagden veel meer huiverachtig: voor politie, douane en andere overheden (44 procent wil zijn positie en vaarrichting met hen niet delen); de eigen bevrachter of verlader (36 procent afkerig); en alle bevrachters of verladers (46 procent wil het niet). Zo’n 22 procent wil zijn positie nooit tonen aan zijn opdrachtgever; 68 procent wil die informatie op een of andere manier wel ter beschikking stellen.

Over de ICT-enquête 2012
Promotie Binnenvaart Vlaanderen (PBV) heeft de ICT-enquête 2012 uitgevoerd bij 1.067 binnenvaartondernemers. De respons van 9,75 procent ligt iets lager dan bij een gelijkaardige bevraging in 2010 en hoger dan in 2008. De ‘Umfrage Telematik’ in Duitsland werd in 2011 uitgevoerd bij 9.000 Nederlandse, Belgische, Luxemburgse, Zwitserse en Duitse binnenvaartondernemers die varen in Duitsland (respons 5,2 procent).

De leeftijd van de respondenten in de ICT-enquête-2012 vertoonde een grote concentratie (73 procent) tussen 41 en 60 jaar. Een kwart van de tonnenmaat (26 procent) betrof binnenschepen van minder dan 1.000 ton; 37 procent van de schepen had een tonnenmaat tussen 1.000 en 2.000 ton. Drie kwart (77 procent) betrof schepen die bulkgoederen vervoerden. Zo’n 38 procent van de ondervraagden voer onder een spotcontract; 28 procent onder een tonnage-overeenkomst. Het vaargebied van de ondervraagden lag hoofdzakelijk in België (98 procent), Nederland (52 procent), en Frankrijk (48 procent).

Meer… Binnenvaart.be