Rijkswaterstaat meet laagste waterstand

De waterstand op de Rijn is historisch laag maar dit leidt voor de waterhuishouding niet of nauwelijks tot problemen wel ondervindt de scheepvaart hinder. Rijkswaterstaat heeft vandaag, 30 november, de laagste waterstand bij Lobith gemeten van 6,89 m boven NAP. Dat is 1 centimeter lager dan in september 2003, toen de stand bij Lobith 6,90 m boven NAP was.

Omdat de bodem van de Rijn in de afgelopen decennia flink gedaald is, betekent dit niet dat ook de laagste waterafvoer is opgetreden. De afvoer bedraagt nu 789 m3/s, dit is wel laag voor de tijd van het jaar. De laagst gemeten afvoer was 620 m3/s in 1947.

De lage waterstanden zijn ontstaan doordat er de afgelopen tijd in het stroomgebied van de Rijn weinig neerslag van betekenis is gevallen. De waterstand kan de komende dagen nog enkele centimeters verder zakken. In het stroomgebied wordt tegen het weekend meer neerslag verwacht, waardoor de afvoer weer zal gaan toenemen en de waterstanden zullen stijgen. De Landelijke Coördinatiecommissie voor de Waterverdeling (LCW) houdt veranderingen in de watervoorziening scherp in de gaten. De watervraag vanuit de landbouw en natuur is op dit moment vrijwel nihil. Door preventief maatregelen te nemen is het (regionale)waterbeheer onder controle en worden daar ook geen problemen verwacht. Door de beperkte waterdiepte ondervindt de scheepvaart echter wel hinder. Zij kunnen minder lading meenemen. Er worden meer schepen ingezet waardoor wachttijden bij sluizen op kunnen lopen. Rijkswaterstaat heeft maatregelen genomen om de doorstroming en de veiligheid zo goed mogelijk te waarborgen.

Meer… Rijkswaterstaat