‘Golf en getij kunnen binnen groene energievoorziening voor basislast zorgen’

Het opwekken van elektriciteit uit de getijdenbewegingen en golfbewegingen in de zee, heeft het in zich om een “belangrijke niche” te worden in de wereldwijde stroomproductie. Dat zei Roger Bason van het Amerikaanse bedrijf Natural Currents Energy Services woensdag tijdens het evenement Offshore Energy 2011 in Amsterdam. Want terwijl zon, wind en conventionele waterkracht wispelturige bronnen zijn, kan de zee juist voor een constante en voorspelbare basislast zorgen.

Bart-Jan Sustronk van onderzoeks- en adviesbureau Ecofys had daarvoor al in kaart gebracht dat er momenteel duizenden concepten en patenten bestaan op het gebied van ‘oceaanenergie’. Het aantal experimenten op schaal loopt in de honderden, er zijn wereldwijd een stuk of twaalf pilots met prototypes met een vermogen tot 200 kW, en tenslotte is er een handvol demonstratieprojecten met een maximaal vermogen van 2 MW. Maar wat nog nergens bestaat, is een echt commerciële installatie van meer dan 2 MW.

De techniek is in veel gevallen dus nog in de ontwikkelings- of testfase. Aan de andere kant is veel nuttige kennis en techniek eigenlijk al voorhanden vanuit de offshore gas-, olie- en windenergiesector, zegt Sustronk. De energiepotentie van de zeeën en oceanen is bovendien enorm groot. “Het is alleen een uitdaging om al die energie om te zetten in elektriciteit”, zegt Sustronk. Volgens de EU Ocean Energy Roadmap is het marktpotentieel voor golf- en getijdenenergie in Europa 3,6 GWp in 2020 en 188 GWp in 2050.

Een van de belangrijkste voordelen ten opzichte van conventionele waterkrachtcentrales, zonne-energie en windenergie, is volgens Bason en Sustronk dus dat golven en getijdenbewegingen uiterst constant en voorspelbaar zijn en basislaststroom kunnen leveren. Daarnaast hebben de installaties erg weinig impact op het milieu en op de veiligheid voor mens en dier.

Het nadeel wat daar tegenover staat, werd door een andere spreker, Allard van Hoeken van Bluewater Energy Services, als volgt samengevat: “alles wat onder water gebeurt, is duur en moeilijk”. Zijn bedrijf ontwikkelde daarom een drijvend platform, de Blue Tec (Tec staat voor Tidal Energy Converter), waaraan verschillende typen en formaten rotors gehangen kunnen worden. “Dat is de meest eenvoudige en kostenefficiënte manier om turbines te installeren op zee”, aldus Van Hoeken.

De kosten bij de huidige demonstratieprojecten met oceaanenergie liggen volgens Van Hoeken tussen de EUR 12 en 40 mln per MW vermogen. Met de Blue Tec zou dat teruggebracht worden tot zo’n EUR 8 mln per MW. Bluewater Energy Services ontwikkelde de Blue Tec samen met Siemens. De twee bedrijven gaan volgend jaar een demonstratieproject met meerdere turbines uitvoeren bij het European Marine Energy Center (Emec) in Schotland.

Ecofys gaat op zijn beurt de eigen Wave Rotor verder testen in de Oosterschelde. Een pilot in de Westerschelde met de Wave Rotor, bij de raffinaderij van Total, loopt al sinds 2008. Daar wordt nog gebruikt gemaakt van zowel een horizontale als een verticale rotor, zodat zowel de op- en neergaande beweging als de horizontale stroming van het water benut kan worden voor stroomopwek. Bij de Oosterscheldekering zal volgens Sustronk alleen met horizontale turbines gewerkt worden, omdat daar de getijdenstroming veel krachtiger is dan de golfslag. Het streven van Ecofys is om eind 2012 drie Wave Rotors van 500 kWp per stuk operationeel te hebben in de Oosterschelde.

Meer… Energeia