Meer aandacht voor meetprocedures van lege binnenvaarttankers

Rederijen, hun veiligheidsadviseurs en bemanningen in de binnentankvaart moeten meer aandacht besteden aan de gevaren die ontstaan wanneer de laadruimte van tankers niet op de juiste wijze wordt geventileerd. Deze aanbeveling richt de Raad voor de Transportveiligheid, voorgezeten door mr. Pieter van Vollenhoven, tot betrokken organisaties en instanties na een onderzoek naar een fataal ongeluk dat de schipper van een tankschip overkwam in de haven van Rotterdam, op 30 november 2000. De schipper kwam om het leven toen hij uit een ruim van de chemicaliëntanker handmatig resten nafta wilde verwijderen. Door een gebrek aan zuurstof – hij gebruikte geen perslucht maar een filtermasker – raakte de schipper buiten bewustzijn. Hij viel en ondanks snelle hulp van bemanningsleden, personeel van de havendienst en de GGD overleefde hij het ongeval niet.

Bij het onderzoek van de Raad voor de Transportveiligheid kwam aan het licht dat veel ontbrak aan de wijze waarop voorafgaand aan het ongeval getracht was de tanks van de chemicaliëntanker te ventileren, om het schip geschikt te maken voor nieuwe lading. Bovendien vonden er geen metingen plaats, om de concentraties van verstikkende, giftige en/of explosieve gasmengsels vast te stellen. De Raad stelt vast dat er het een en ander ontbreekt aan de procedures die de betreffende rederij hanteert voor de omgang met gevaarlijke stoffen, het betreden van besloten ruimten zoals ladingtanks en het gebruik van adembeschermingsmiddelen.

Bron: ANP Persupport, 13-03-2003;