Marken duurzaam beschermd tegen overstromingen

De bewoners van Marken moeten duurzaam beschermd worden tegen overstromingen. Daarom wil Rijkswaterstaat de hoogte en de stabiliteit van de dijken rond het karakteristieke eiland verbeteren. Sweco onderzocht in opdracht van Rijkswaterstaat in 2015 en 2016 een aantal alternatieven voor het versterken van de dijken. In de nu op te starten planuitwerkingsfase werkt Sweco het voorkeursalternatief verder uit. Daarna wordt een aannemer geselecteerd om de dijkversterking uit te voeren.

“We werken de varianten uit om de effecten in beeld te krijgen en te bepalen hoe we verder gaan”, vertelt Alex Hekman, projectmanager bij Sweco. “We staan voor de uitdaging om technisch goed realiseerbare oplossingen in een zettingsgevoelige omgeving te ontwerpen. In eerste instantie moeten we er natuurlijk voor zorgen dat de dijken ook in de toekomst bestand zijn tegen overstromingen en andere mogelijke gevolgen van de klimaatverandering. Maar we kijken ook naar de kansen op het gebied van recreatie en ruimtelijke kwaliteit.”

Sweco werkt bij dit project nauw samen met de Werkgroep Dijkversterking van de Eilandraad, een groep betrokken en kritische inwoners van Marken. “In 2015 en 2016 hebben we met de Eilandraad al heel plezierig samengewerkt”, zegt Alex. “Die samenwerking leidde toen tot een breed gedragen voorkeursalternatief voor de versterking van de dijken. Belangrijk punt daarbij was dat de dijken aan de buitenkant versterkt worden, zodat het niet ten koste gaat van het binnendijkse landschap. Ook organiseren we ontwerpsessies met bewoners van de Rozewerf en de Haven voor het uitwerken van lokale oplossingen.”

Daarnaast werkt Fugro ook mee aan dit project. Fugro heeft kennis op het gebied van dijken op slappe grond. Ook werkt Bosch Slabbers, een architectenbureau op het gebied van landschapsarchitectuur, mee.

De Eilandraad van Marken laat weten: “Wij complimenteren Rijkswaterstaat en Sweco met het resultaat. Wij waarderen het zeer dat wij altijd goed met elkaar in gesprek zijn gebleven en dat er nu een degelijk rapport ligt.”