Grootschalige internationale defensieoefening

De Belgische havensteden Oostende en Zeebrugge vormen volgende week het decor van ‘Storm Tide’, een grootschalige oefening van de Koninklijke Marine, de Belgische Lichte Brigade, Duitse paratroepen en de Britse Royal Marine Commandos. Van maandag 30 mei tot en met zaterdag 4 juni beoefenen de vier landen verschillende scenario’s aan de kust en verder landinwaarts. De Koninklijke Marine en Belgische Lichte Brigade ondertekenen bovendien een intentieverklaring om in de toekomst nog nauwer samen te werken.

Storm Tide is met ongeveer 700 deelnemende militairen uit vier verschillende landen met recht een grootschalige oefening te noemen. Namens de Koninklijke Marine nemen het amfibisch transportschip Zr.Ms. Rotterdam, een bootgroep van de Surface Assault and Training Group (SATG) van het Korps Mariniers en circa 150 mariniers van de 1e Marine Combat Group deel. Daarnaast zijn in de oefening ruim 350 burgers actief als figurant.

Oefenscenario’s voor NATO Response Force
Dit jaar staat een deel van de Koninklijke Marine paraat voor de NATO Response Force, de snelle interventiemacht van de NAVO. Verschillende vloot- en marinierseenheden staan stand-by om overal ter wereld ingezet te kunnen worden in o.a. conflictsituaties of voor humanitaire assistentie. Hiervoor wordt tijdens de oefening Storm Tide op verschillende realistische scenario’s getraind. Eén van deze scenario’s is een grootschalige evacuatie (‘non-combattant evacuation operation’ – NEO), die plaatsvindt in Zeebrugge. Tijdens deze NEO worden 350 figuranten vanuit een onveilige omgeving, door middel van landingsvaartuigen, geëvacueerd naar Zr.Ms. Rotterdam.

Samenwerking tussen Koninklijke Marine en Belgische Landmacht zet voort
Het Korps Mariniers en de Belgische Lichte Brigade werken al decennialang goed samen. De Koninklijke Marine en Belgische Landmacht hebben besloten deze samenwerking te intensiveren. Op woensdag 1 juni ondertekenen Commandant Zeestrijdkrachten, luitenant-generaal der mariniers Rob Verkerk, en Commandant Belgische Landcomponent, generaal-majoor Jean-Paul Deconinck, een intentieverklaring. Hierin spreken beide partijen onder meer de intentie uit om in de nabije toekomst nauwer samen te werken door oefenprogramma’s, procedures en tactieken op elkaar af te stemmen.