Akkoord over bergingscontract Flinterstar

Het bergingscontract is op 21 april getekend door Flinterstar III met een consortium bestaande uit Herbosch-Kiere, Jan De Nul, Deme en Scaldis. Het consortium wordt geleid door Scaldis welke zo snel mogelijk gaat starten met de voorbereidings- en mobilisatiefase zodat de bergingsoperatie binnen enkele weken kan beginnen. 

Het vrachtschip MV Flinterstar zonk in oktober 2015 voor de kust van Zeebrugge in België na een aanvaring met de LNG Carrier Al Oraiq. In januari 2016 hebben de Belgische autoriteiten bevolen om het wrak te verwijderen ter bescherming van het milieu en de scheepvaart.

Flinter hoopt geld terug te krijgen
Directeur van Flinter, Bart Otto is het nog steeds niet eens met de uitspraak van de Belgische rechter verklaart hij aan RTV Rijnmond. “Wij hopen dat we uiteindelijk het geld voor de berging terugkrijgen. Maar daar kan jaren overheen gaan.”

Kraanschip ‘Rambiz’ gaat Flinterstar in twee delen hijsen
Het wrak wordt in twee delen opgehesen door het kraanschip ‘Rambiz’ welke een hijscapaciteit heeft van 3.300 ton. Vervolgens worden de twee delen door het kraanschip op transportpontons geplaatst. Afhankelijk van de weersomstandigheden zal de berging deze zomer worden afgerond.

Martin Ockier, bestuurder bij Scaldis: “De gekozen werkmethode zorgt voor een zo kort mogelijke offshore-operatie met een minimale impact op de scheepvaart.”

Lees ook Flinter: ‘Wij gaan zorgen voor de berging’